Plaagdrager - Rampspoed & Verdriet [Full Album 2021]

Lyrics to Rampspoed & Verdriet [Full Album 2021] by Plaagdrager

Tracklist: 01. Opening 02. Yersinia Pestis Verwekker van de pest Drager van de dood Invocatie van het zwart Steler van het brood Mijn adem plant een zaad, een parasiet Met de ratten als mijn ruiters en mijn ruiters brengen rampspoed en verdriet Ongrijpbare gezant Goddeloze kracht Rijder met het vale paard Heerser van de jacht Mijn adem vormt een prooi, een rekwisiet Met de vlooien als mijn jagers en mijn jagers brengen rampspoed en verdriet Aanbid mij met uw angst Aanbid mij met uw schreiden Mijn lust wordt slechts gesust als hele populaties lijden Yersinia Pestis Yersinia Pestis Verleider van de vrees Bode van het vuil Miasma zingt haar lied voor mij Verloren in gehuil Mijn adem brengt een buil, een acoliet Met de ratten als mijn vaandels en mijn vaandels brengen rampspoed en verdriet Minstreel van de pijn Bron van bloed en pus De zwarte dood, de hel op aard Ontketen exodus Mijn adem vormt een plaag, een parasiet Met de vlooien als mijn dragers en mijn dragers brengen rampspoed en verdriet Yersinia Pestis Yersinia Pestis 03. Dans met mij, Miasma Als een zucht in de nacht verbind het, verslind het haar maal der malen Een moordenaar die dwaalt, op zoek naar Galg en Rad Nevel van Hellevuur Uw Minnaar roept Sluier als avondrood De dood speelt zijn akkoorden in weelde aanschouw ik uw gezicht Een pervers tafereel uit duistere oorden En dans met mij, Miasma En dans met mij, Miasma Oh dochter van Apollo Drager van de mantel der plagen Ruiter van het bleke paard Vazal van Osiris Hoor uw nederige dienaar Hoor uw geplaagde onderdaan Bevrijd ons, verslijt ons Verbind ons, verslind ons Nevel van Hellevuur Uw Minnaar roept Sluier als avondrood De dood speelt zijn akkoorden in weelde aanschouw ik uw gezicht Een pervers tafereel uit duistere oorden En dans met mij, Miasma Dans met mij En dans met mij, Miasma Dans met mij 04. Blindeman Vuur in de blik van zijn ogen Een schavot is een altaar en zijn troon Obscuur is zijn missie, zijn vete Bezeten door zijn macht en zijn kroon Hoor, wie roept daar? Een duivel op de schouders van het lot Een kansspel met de inzet van een zot Een ziener met de ziel van een tiran Een keizer die alles kan…. Oh blinde man Verslaafd aan de opium van welvaart Verward als een gebeten hond Verblind door een podium als altaar Verstard, verlaten en verstomd Hoor, wie roept daar? De venter die Pandora’s doos verkoopt De rechter die het linker pad beloopt De wijze die door waanzin is verblind De hofnar die als koning wordt bemind De raadsheer die verward wordt met een kind De ridder die alles wint… Een duivel op de schouders van het lot Een kansspel met de inzet van een zot Een ziener met de ziel van een tiran Een keizer die alles kan…. Oh blinde man Vuur in de blik van zijn ogen Een schavot is een altaar en zijn troon Obscuur is zijn missie, zijn vete Bezeten door zijn macht en zijn kroon Verslaafd, verward, verblind, verstard Een duivel, een kansspel, een ziener, een venter Een hofnar, een wijze, een raadsheer, een rechter Een ridder die alles wint…. Een keizer die alles kan…. Oh blinde man 05. Kluizenaar In de leegte van het woud Alleen bij de stille water’n Niemand die mij beschouwd Verbeten, verzworen en verlaten Kluizenaar Ik ben alleen verloren Kluizenaar Mijn ziel verstart, bevroren Kluizenaar De hydra van mijn zonden Kluizenaar De feniks van mijn wonden Het vuur verwarmd mij De lucht omarmt mij Het licht verlaat mij In sombere tijden Kluizenaar Ik ben alleen verloren Kluizenaar Mijn ziel verstart, bevroren Kluizenaar De hydra van mijn zonden Kluizenaar De feniks van mijn wonden Het vuur verwarmd mij De lucht omarmt mij Het licht verlaat mij In sombere tijden In de leegte van het woud Alleen bij de stille water'n Mijn hoop geschonden Door zorgen gebonden Het licht verlaat mij De rust omarmt mij Het licht verlaat mij De rust omarmt mij Kluizenaar (Kluizenaar) Heerser van mijn rijk (Fluisteraar) Keizer van mijn trots (Huichelaar) Redder van mijn ziel (Gijzelaar) Koning van mijn rots Kluizenaar Ik ben alleen verloren Kluizenaar Mijn ziel verstart, bevroren Kluizenaar De hydra van mijn zonden Kluizenaar De feniks van mijn wonden 06. De Angst van Dwazen Profeet, toon mij de weg naar uw wijsheid Breng mij rust en kracht, geef mij uw aanraking, teder en zacht Daar, waar engelen orders geven Aanschouw de rit van hellevuur Kies dit pad in uw laatste levensuur Dronken van lust, in uw lot berust Eindelijk de angst van dwazen gesust Lucifer, ontsteek uw vlam in mijn perceptie Proost op de maalstroom van pijn, toon mij uw meest donkere zijn Daar, waar de dwazen als goden leven Aanschouw de rit van hellevuur Kies dit pad in uw laatste levensuur Dronken van lust, in uw lot berust Eindelijk de angst van dwazen gesust Ja, dit schouwspel is grotesk, een blinde woede in mijn hoofd en hart Geen vrije geest, geen deugd zal mij ten dele vallen Bewandel ik de weg van duisternis die voor mij ligt Aanschouw de rit van hellevuur Kies dit pad in uw laatste levensuur Dronken van lust, in uw lot berust Eindelijk de angst van dwazen gesust 07. Slaaf van Gula Het is de honger die ons drijft Het zwarte gat in onze maag Gevuld met de spijs der onwetendheid Oh wrede meester, de nimmer afnemende strijd Ego manducare omnia in semita Ego enim possum bibendum Nemo autem prohibere mihi in fame Gula, ego sum servus tuus Varken, beer en valk Geen maaltijd die ik niet verschalk De oneindige lust naar vlees Eindigt tussen hoop en vrees Pas als mijn wil is beschadigd Wordt mijn lichaam verzadigd Ik eet alles op mijn pad Ik drink wat ik kan Niemand stopt mijn honger Gula, ik ben uw dienaar Het is de honger die ons drijft Het zwarte gat in onze maag Gevuld met de spijs der onwetendheid Oh wrede meester, de nimmer afnemende strijd Gula, gij snoodaard! Alvorens ik voor u zwicht Naaide ik reeds mijn lippen dicht 08. Horde van het Brakke Water In de nacht komen zij De horde van razernij Bloedzuigers en plaagdragers Oh wee de ziel die zij benaderen Ziener van verdoemenis Drager van de pest Ziener van verdoemenis Drager van de pest Horde van het brakke water Slachter van het grote front Horde van het brakke water Onzichtbaar maar present Ziener van verdoemenis Drager van de pest Ik haat u in mijn tergernis Ik kastijd u, straf u, sterf Sterf oh sterf Ik haat u tot in mijn bot sterf oh sterf Ga dood en laat mij met rust Bloed en water Bloed en water Bloed en water De basis van uw kroost Bloed en water De mensheid uw oogst Horde van het brakke water (Drager van miasma) Slachter van het grote front (Sluipmoordenaar van het lot) Horde (Horde!) van het brakke water (Uw zang een hellekreet) Onzichtbaar maar present (Uw aria secreet) Ziener van verdoemenis Drager van de pest Ik haat u in mijn tergernis Ik kastijd u, straf u, sterf Sterf oh sterf Ik haat u tot in mijn bot sterf oh sterf Ga dood 09. Paradigma Mijn ziel is verduisterd, geketend, gekluisterd Wat ik zeg niet gehoord, wat ik hoor niet gefluisterd De liefde voor onmacht, succubus van geestkracht Verleider en minnaar, een glimlach die minacht Mijn passie verbonden, mijn ziel is verslonden Mijn onwil gesluierd, door ketens gebonden De raaf vliegt naar links, het pad brengt mij nader De weg naar Niburu, gedachten in kader. Een lied schalt vooruit, de bron onaantastbaar De mistbank lost op, mijn doel onweerlegbaar Het silhouet van een schim begint te verschijnen De onheilsprofeet begint te verdwijnen De dienaar van Men verbant de armada De eeuwige bron, gezant van Minerva Draag de molenstenen van uw troon Voel de dolkensteken van uw kroon Hoor de onheilskreten van uw hoorn Zie de doornenketen van uw toorn De raaf vliegt naar links, het pad brengt mij nader De weg naar Niburu, gedachten in kader Een lied schalt vooruit, de bron onaantastbaar De mistbank lost op, mijn doel onweerlegbaar Het silhouet van een schim begint te verschijnen De onheilsprofeet begint te verdwijnen De dienaar van Men verbant de armada De eeuwige bron, gezant van Minerva Mijn ziel is verheven, verlicht en gedreven Wat ik zeg is mijn wil, wat ik wil wordt gegeven De onmacht gespannen, succubus verbannen Verleider en minnaar, verlost van tirannen Paradigma verschoven, mijn ziel is besproken Mijn onwil verdreven, mijn ketens verbroken 10. Kwaadspraak Nachtbraker, raddraaier Meester van mathesis en statistiek Lastgever, pelsklever Manipulator van dogma en kritiek Het hof der dwazen is jouw domein, monseigneur Een poppenkast van zotten in octaaf Door manipulatie ben jij vilein, monseigneur Een theater van schimmen in conclaaf Kwaadspraak, uw naam zal schallen Uw naam zal leven en zwakke keizers zeer doen beven Kwaadspraak, uw wil zal gallen Uw wil zal sturen, een volk door leugens te vervuren Kwaadspraak Kwaadspraak Nachtbraker, raddraaier Meester van mathesis en statistiek Lastgever, pelsklever Manipulator van dogma en kritiek Het hof der dwazen is jouw domein, monseigneur Door manipulatie ben jij vilein, monseigneur Een poppenkast van zotten in octaaf Een theater van schimmen in conclaaf Kwaadspraak, uw naam zal schallen Uw naam zal leven en zwakke keizers zeer doen beven Kwaadspraak, uw wil zal gallen Uw wil zal sturen, een volk door leugens te vervuren Kwaadspraak, uw naam zal schallen Kwaadspraak, uw wil zal gallen Kwaadspraak, uw naam zal schallen Kwaadspraak, uw wil zal gallen Kwaadspraak, uw naam zal schallen Kwaadspraak, uw wil zal gallen Kwaadspraak, uw naam zal schallen Kwaadspraak, uw wil zal gallen 11. Woestenij Brenger van de vlam Offer aan het vuur Zielloos is de grond Brandend voor mijn lot Brand! Brand! Brand! Brand! Brand! Brand! Brand! Brand! Brand! Brand! Brand! Brand! Verschroei de aarde met mijn toorts Zie de felheid in mijn hart Niemand vertelt het na De nacht zwijgt alleen voor mij Woestenij Niets zal leven op dit land Bloed gegeven voor mijn land Niets zal leven op dit land Bloed gegeven voor mijn land Woestenij Niets zal leven op dit land Bloed gegeven voor mijn land Woestenij Brenger van de vlam Offer aan het vuur Zielloos is de grond Brandend voor het lot Brand! Brand! Brand! Brand! Verschroei de aarde met mijn toorts Zie de felheid in mijn hart Niemand vertelt het na De nacht zwijgt alleen voor mij Woestenij 12. Slot (de Pest) "Want hij wist wat die blije menigte niet wist en wat in de boeken te lezen staat: de pestbacil sterft nooit uit en verdwijnt nooit definitief; hij kan tientallen jaren achtereen blijven sluimeren in de meubels en het linnengoed, hij wacht geduldig, in kamers, kelders, koffers, zakdoeken en paperassen, en misschien komt er een dag waarop, tot schade en lering van de mensheid, de pest zijn ratten wekt om ze te laten sterven in een gelukkige stad." - Albert Camus, De pest, 1947.